Bij Koninklijk Besluit van 3 februari 2019 heeft minister Maggie De Block de terugbetaalbare revalidatiesessies voor CP-patiënten jonger dan 21 jaar drastisch beperkt.
Het doel van deze brief is een beroep te doen op minister De Block om de bepalingen die deze mensen schade berokkenen, te verwijderen.
Het besluit maakt een einde aan de vergoeding van kinesitherapie* sessies voor kinderen met hersenverlamming (CP), die tot 365 sessies per jaar werden vergoed. Het nieuwe Koninklijk Besluit voert voortaan een quotasysteem in dat varieert van 50 tot 150 terugbetaalde sessies per jaar. Deze quota’s worden toegekend op basis van de Global Motor Function Score (GMFCS) van de patiënt. Een wetswijziging die minimaal 9675 € per jaar meer zal kosten voor gezinnen met een CP-kind.
De zorg voor CP-kinderen is erg duur en te veel van deze behandelingen worden nog steeds niet volledig vergoed (logopedie, relationele psychomotoriek, intensieve therapie, etc.). Deze ongerechtvaardigde verhoging voor ouders dreigt een toch al zeer precair publiek te verzwakken. UNIA heeft dit reeds in zijn rapport “Pauvreté et Handicap en Belgique” (2019) benadrukt:
« […] les enfants handicapés sont significativement surreprésentés dans les familles issues de milieux sociaux vulnérables. Ils vivent plus souvent avec des parents isolés, des parents d’un niveau d’éducation faible ou moyen et d’autres membres de la famille également handicapés. » (p. 242)
Pauvreté et Handicap en Belgique (UNIA)
De directe impact van deze nieuwe Orde is dat het CP-kind geen toegang meer heeft tot de noodzakelijke 60 minuten gezondheidszorg die worden voorgeschreven door de gespecialiseerde artsen in de verwijzingscentra. In feite beperkt deze Orde de ontwikkeling van de capaciteiten van het kind met de daaruit voortvloeiende gevolgen voor zijn of haar autonomie en volledige deelname aan het sociale, school-, sport- en culturele leven. Om nog maar te zwijgen van het gevaar dat zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid achteruitgaat.
Wij zijn ook van mening dat de invoering van deze quota een probleem vormt bij de beoordeling van de vergoedingen waarop het CP-kind recht zou hebben. De GMFCS-score berekent namelijk niet de zorgbehoefte van de patiënt als geheel, maar enkel zijn of haar mobiliteit, waarbij de nadruk ligt op het gebruik van de onderste ledenmaten, zijnde de benen. Een groot deel van de CP-patiënten heeft echter ook schade aan hun bovenste ledematen en zijn daarom grotendeels benadeeld bij de toekenning van de GMFCS-score. Vergeet niet dat CP-patiënten vaak 3 tot 5 kinesitherapiesessies per week nodig hebben, vooral voor de behandeling van de spasticiteit van de spieren. Daarnaast zijn we bezorgd dat er in de toekomst sprake zal zijn van merchandising en concurrentie bij de toekenning van GMFCS-scores: niveau 5 zal een betere vergoeding mogelijk maken dan niveau 1.
Ter verdediging van haar project verklaarde Maggie de Block dat de besparingen op de terugbetalingen van de sessies voor CP-kinderen, het mogelijk zouden maken om het aantal vergoede sessies voor CP-volwassenen te verhogen. Wij vinden het onaanvaardbaar dat het feit dat gezorgd wordt voor een hogere tegemoetkoming voor CP-volwassenen, dit een rechtstreeks effect heeft op de vermindering van behandelingen van CP-kinderen! Temeer daar CP minderjarigen die door het nieuwe koninklijk besluit minder zorg krijgen door de jaren heen, nog afhankelijker worden als volwassenen, met een zeer hoge economische en morele kostprijs.
In het licht van deze feiten verzoeken wij u de betrokken minister op te roepen de bepalingen die schadelijk zijn voor mensen met een handicap te schrappen, aangezien zij niet alleen een vorm van discriminatie zijn onder het internationale recht (art. 25 van de CRPD), maar ook onder het nationale recht (art. 10 en 11 van de Grondwet, federale antidiscriminatiewet van 10/05/2007).